Menu Sluiten

DMX lichtsturing

DMX is de taal waarmee verlichting en effecten kunnen communiceren met elkaar en/of een lichtsturing. De lichtsturing is het paneel met alle knopjes en schuifjes waarmee je je lampen kunt besturen.

DMX lichtsturing

Door DMX kan de lichtsturing bijvoorbeeld aan een LED par vertellen dat hij rood licht moet geven als je het eerste schuifje omhoog schuift en groen licht als je het tweede schuifje omhoog schuift.

Bax Music | De specialist in verlichting

Bax Music | De specialist in verlichting

Fixtures

Op een lichtsturing heb je meestal meerdere fixtures. Fixture is gewoon een ander woord voor apparaat.
Een LED par is een fixture, een scanner is een fixture en ook een laser is een fixture.

Alle DMX aanstuurbare apparaten (fixtures dus) beschikken over een DMX ingang en een DMX uitgang.
Dat zijn de connectoren met 3 (soms ook 5) gaatjes, XLR aansluitingen dus.

  • Vanuit je lichtsturing gaat er een XLR kabel* naar de DMX ingang van je eerste apparaat.
  • Vervolgens gaat er een XLR kabel vanuit de DMX uitgang op het eerste apparaat naar de DMX ingang van het tweede apparaat.
  • Vanuit de uitgang van het tweede apparaat gaat er weer een XLR kabel naar de ingang van het derde apparaat enzovoorts.

Er zijn ook speciale DMX kabels verkrijgbaar, maar voor niet al te uitgebreide lichtshows kun je ook gewoon normale XLR kabels gebruiken (ook wel bekend als microfoonkabels).

Het DMX adres

Op elk DMX apparaat kun je een DMX (start)adres instellen.

Bij ouderwetse discolampen (parren) heeft iedere lamp 1 eigen DMX adres. De eerste lamp heeft DMX adres 1, de tweede lamp heeft DMX adres 2 enzovoorts. Als je schuifje 1 op je lichtsturing omhoog doet gaat de eerste lamp branden en als je schuifje 2 omhoog doet gaat de tweede lamp branden. Simpel zat.

Moderne apparaten hebben echter meerdere DMX adressen nodig, aangezien iedere functie van het apparaat een eigen DMX adres heeft. Zo heeft een LED par minstens 3 adressen;

  • adres 1 voor de rode leds
  • adres 2 voor de groene leds
  • adres 3 voor de blauwe leds
  • Vaak zit er ook nog een stroboscoopfunctie op, dat is adres 4.


Een scanner of moving head heeft nog meer DMX adressen nodig:

  • adres 1 is om de kleur te bepalen
  • adres 2 is om de gobo te bepalen (dat zijn de figuurtjes in een moving head of scanner)
  • adres 3 is om te bepalen of hij naar links of rechts beweegt (dat noemt men “pan”)
  • adres 4 is om te bepalen of hij naar boven of beneden beweegt (dat noemt men “tilt”)
  • adres 5 is voor de gobo rotatie (hoe snel draaien de figuurtjes)
  • adres 6 is voor de dimmer (hoe fel de lamp brandt)
  • adres 7 is voor de stroboscoopfunctie (hoe snel knippert de lamp)
  • enzovoorts


Zoals je ziet heeft het ene apparaat meer DMX adressen nodig dan het andere. Welk adres voor welke functie gebruikt wordt verschilt vaak per merk of type, maar al dit soort apparaten gebruiken dus meerdere DMX adressen. 

Bij de duurdere, professionele lichtsturingen en softwarematige lichtsturingen (waarmee je de verlichting vanaf je computer kunt bedienen) kun je vaak zelf instellen hoeveel DMX adressen ieder apparaat nodig heeft. Daarmee kun je dus instellen dat fixture 1 een LED par is die 4 DMX adressen nodig heeft en fixture 2 een moving head is die 7 DMX adressen nodig heeft.

Goedkopere lichtsturingen hebben echter meestal een vast aantal DMX adressen per fixture beschikbaar. Zo heeft het populaire budget merk Showtec meestal 16 DMX adressen voor iedere apparaat gereserveerd. Zoals je al hebt gezien worden meestal niet al deze adressen gebruikt (bij de LED par in het bovenstaande voorbeeld worden slechts 4 van de 16 adressen gebruikt) maar er zijn wel 16 adressen voor elk apparaat beschikbaar. 

Met andere woorden, ieder apparaat heeft dus een hele straat met 16 huizen tot zijn beschikking!

Dat wil dus ook zeggen dat het tweede apparaat op nummer 17 moet gaan wonen. Nummer 1 tot en met 16 zijn immers gereserveerd voor het eerste apparaat. Het derde apparaat moet dan op nummer 33 worden ingesteld, want 17 tot en met 32 zijn gereserveerd voor apparaat 2.

Je hoeft alleen het eerste adres in te stellen op je apparaat. Dit noemen we dan ook vaak het DMX startadres.

Hoe kun je de verlichting bedienen met een lichtsturing?

Met de schuifjes op je lichtsturing kun je al deze verschillende adressen bereiken. Zie het maar als een telefoonnummer (je weet wel, vroeger toen iedereen nog een thuisnummer had in plaats van alleen mobiel ;-)).

Je selecteert eerst het apparaat (de fixture dus) dat je wilt bedienen. Vervolgens bedien je met schuifje 1 op je lichtsturing het eerste adres van dat apparaat, met schuifje 2 het tweede adres enzovoorts.

Als je het eerste apparaat hebt geselecteerd en je doet het eerste schuifje omhoog wordt adres 1 “gebeld”. 
De lichtsturing vertelt dan aan de LED par in het bovenstaande voorbeeld “zet de rode leds eens aan!”.
Als je schuifje 2 omhoog doet belt de lichtsturing adres 2 om te vertellen dat de groene leds aan moeten.

Als je het derde apparaat hebt geselecteerd werkt dit precies hetzelfde, maar dan wordt bij het eerste schuifje niet adres 1 gebeld (dat is immers het eerste apparaat) maar adres 33 (dat is het eerste adres voor het derde apparaat). Als je schuifje 2 omhoog doet wordt adres 34 dus gebeld, want dat is het nummer van het tweede adres van het derde apparaat.

In 255 stapjes van 0 naar 100%

Elke schuif is op zijn beurt weer ingedeeld in 255 stapjes. Bij stapje 1 staat de schuif helemaal naar beneden (op 0%), bij stapje 255 staat de schuif helemaal naar boven (op 100%).

Hierdoor kun je bijvoorbeeld bepalen hoe fel de LED par in het bovenstaande voorbeeld de rode lampjes moet laten branden. Als je schuif 1 helemaal open zet branden de lampjes op hun felst (100%), maar als je de schuif maar half open zet branden de lampjes slechts op 50%.

Dit is belangrijk om de gewenste kleur te bepalen. Als je de 1e schuif (rood) en de 3e schuif (blauw) allebei helemaal omhoog zet krijg je paars (als je rode en blauwe verf mengt krijg je ook paars). Maar als je de 3e schuif maar half open zet krijg je roze. Je mengt dan immers maar een klein beetje rode verf met de blauwe verf.

Bij andere apparaten zoals moving heads werkt het weer anders. In het bovenstaande voorbeeld bepaalt schuif 1 (= adres 1) de kleur van de moving head. Als je de schuif 10% open zet is die kleur bijvoorbeeld rood, maar als je de schuif een stukje verder open zet is de kleur groen, weer een stukje verder blauw enzovoorts.

Datzelfde geldt ook voor de andere functies. Met schuif 2 kun je bijvoorbeeld bepalen welke gobo getoond wordt. Als je de schuif op 10% zet is dat een ster, als je de schuif op 20% zet is dat een cirkel enzovoorts.

Op die manier kun je ook de beweging bepalen. Als schuif 4 helemaal naar beneden is staat je moving head ook naar beneden gericht, als die schuif helemaal naar boven is staat de moving head naar boven gericht. Datzelfde geldt voor links en rechts: schuif helemaal naar beneden is moving head naar links, schuif helemaal naar boven is moving head naar rechts.

Je DMX lichtsturing programmeren : scenes en chases

De meeste DMX lichtsturingen zijn programmeerbaar, waarbij je meestal 2 soorten programma’s kunt instellen: scenes en chases.

Een scene is een statisch programma. Bij de LED parren programmeer je bijvoorbeeld onder scene 1 :

  • LED par 1 is rood
  • LED par 2 is groen
  • LED par 3 is blauw
  • LED par 4 is geel

Onder scene 2 programmeer je andere kleuren:

  • LED par 1 is roze
  • LED par 2 is lichtblauw
  • LED par 3 is zeegroen
  • LED par 4 is paars

Als je nu op je lichtsturing scene 1 selecteert zijn je LED parren dus rood, groen, blauw en geel en als je 
scene 2 selecteert zijn je LED parren roze, lichtblauw, zeegroen en paars.

Een chase is een reeks van meerdere scenes die automatisch na elkaar worden afgespeeld. Als je bovenstaande scenes in een chase programmeert krijgt je dus eerst scene 1, vervolgens scene 2 enzovoorts. Je kunt daarbij zelf bepalen hoe lang het duurt voordat scene 1 naar scene 2 gaat.

Je zal begrijpen dat het programmeren van zo’n chase heel veel werk is, zeker als je veel apparaten (fixtures) hebt. Je moet namelijk bij iedere scene de kleur van ieder apparaat instellen, maar bij moving heads moet je ook instellen welk figuurtje er getoond wordt, welke horizontale en verticale positie de moving head heeft (pan en tilt) enzovoorts. Dit alles moet je voor elk scene (dus elke stap in de chase) programmeren met je schuifjes.

Daarom wordt er voor uitgebreide lichtshows steeds vaker voor een software lichtsturing gekozen, op de computer dus. Dat werkt een stuk makkelijker.


Bax Music | De specialist in verlichting

Bax Music | De specialist in verlichting